Diagnostiek

Een goede behandeling start met goede diagnostiek. Goede diagnostiek betekent het nauwkeurig in kaart brengen van uw klachten en andere relevante zaken zoals medicatiegebruik, levensverhaal, eerdere behandelingen en lichamelijke gezondheid. Soms is het belangrijk ook ouders, partners, of anderen uit uw omgeving uit te nodigen. Goede diagnostiek moet niet te lang duren, maar soms zijn wel meerdere gesprekken nodig om tot een goed beeld te komen van de problematiek.

Vragenlijsten ondersteunen kunnen de diagnostiek ondersteunen. Ze kunnen behulpzaam zijn om symptomen in kaart te brengen maar ook om deze te vervolgen. Bijvoorbeeld om goed te kijken of een behandeling zinvol is of aangepast moet worden.

Diagnoses worden in Nederland gesteld met behulp van het DSM 5. Eigenlijk is hierbij geen sprake van diagnostiek, maar van classificatie. Groepen symptomen worden geclusterd. Hierbij ontbreken oorzaak en ontstaanswijze. Een classificatie kan helpend zijn om richting te geven aan een behandeling, maar levert ook een groot gevaar op. Immers zijn geen twee mensen hetzelfde. Een diagnose eindigt wat mij betreft dan ook niet bij een DSM 5 classificatie zoals ‘paniekstoornis’ of ‘ADHD’, maar moet dan juist nog beginnen. Welke rol speelt uw unieke karakter en levensverhaal in het ontstaan, en in stand houden, van uw klachten? Welke rol spelen de mensen om u heen? Dergelijke vragen staan centraal in het samen met u onderzoeken hoe uw klachten zijn ontstaan en wat u verder zou kunnen helpen.